De grootste uitdaging voor het betalingsverkeer is ‘hoe hou je het veilig en maak je het nog veel makkelijker.’ Banken moeten door de nieuwe Europese betalingsrichtlijn PSD-2 het uiterste geven. Fintech startups zullen toegevoegde waarde willen bieden in de vorm van gemak. Zo ontstaat voor consumenten een win-win situatie, zegt Gijs Boudewijn, adjunct-directeur van de Nederlandse Betaalvereniging. Een gesprek in aanloop naar het congres Toekomst van het Betalingsverkeer.
Welke rol speelt PSD-2 in die toekomst?
Na jaren van voorbereidingen treden de landelijke doorvertalingen van de richtlijn per 13 januari 2018 in werking. Al die tijd is men in de banken hard bezig om achter de schermen alles klaar te zetten om nieuwe betaaldienstaanbieders van dienst te kunnen zijn. En dan zijn we er nog niet. De richtlijn bepaalt wel wát er moet gebeuren maar nog niet hóe dat moet gebeuren. Dat wordt uitgewerkt in de zogenaamde regulatory technical standards van de Europese Bankenautoriteit. Die worden waarschijnlijk pas medio dit jaar van kracht, en de banken hebben dan nog 18 maanden de tijd om zich daaraan aan te passen. Het gaat nog wel even duren voor de hele richtlijn is uitgewerkt in alle haarvaten van het systeem.
Ieder land voert na de PSD-regels nog eigen standaarden in?
Wij proberen mee te werken aan harmonisatie. Dat doen we onder meer via de Europese Banken Federatie, maar ook via iDEAL , in het “Europese Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer”. In Nederland moeten we dan weer uitvinden wat die ontwikkelingen voor de Nederlandse markt betekenen. Als Betaalvereniging gaan we niet iets specifieks voor de Nederlandse markt maken. Het zou wel mogen, maar ‘t lijkt wenselijk om niet teveel fragmentatie te hebben.
Leren van iDeal-ervaringen
Samenwerking tussen banken is ook wat bij iDEAL gebeurt. Wat valt er te leren van de iDEAL-ervaringen wat bij PSD-2 goed van pas komt?
iDEAL is een set van afspraken -een “betaalschema”- hoe je onderling betaalgaranties vormgeeft. Dat zijn aanvullende afspraken op wat PSD2 voorschrijft. Daarin staat dat je als nieuwe toetreder een betaalopdracht mag initiëren, maar dat zegt nog niet hoe je dan vervolgens aan een webwinkelier een betaalgarantie kan verkopen. iDEAL heeft dat wel: de licentiehouders “verkopen” elkaar onderling die betaalgaranties, die vervolgens, inclusief extra informatie voor bijvoorbeeld reconciliatie, aan een aangesloten webwinkelier verkocht kunnen worden. Daar hangt natuurlijk een prijskaartje aan. Wij denken dat het nog steeds toegevoegde waarde heeft om dat aanvullend met elkaar af te spreken, bovenop wat de PSD-2 verplicht stelt.
Want is dat nu niet duidelijk in PSD-2?
“Er loopt nu een discussie over wat je nu eigenlijk als “account servicing” bank volgens PSD-2 moet leveren aan de TPP (Third Party Payment Service Provider). En wat kan die TPP er dan vervolgens mee? Wij zeggen vanuit iDEAL; ‘je moet goed nadenken wat PSD eist van de banken – en wat je zou willen dat banken leveren om het goed te laten lopen’. Onze stelling is in elk dat de betaalgarantie een toegevoegde waarde dienst is die niet onder PSD valt, en dus dat daar aanvullende afspraken over gemaakt moeten worden.
Volgens PSD-2 kan een consument derde partijen opdracht geven namens mij een betaalopdracht te geven. Die partij kan nooit meer dan de consument zelf kan. Dus als het banksaldo tekortschiet, gaat de opdracht, ook via een derde partij, niet door. Dit heet de betaalinitiatiedienst. Die kan door derde partijen worden gedaan, als die een mooiere app hebben dan je eigen bank.
Misschien makkelijker voor te stellen is dat er partijen komen die een rekening-informatie dienst gaan leveren. Waarin ze de gegevens van je verschillende bankrekeningen combineren in één huishoudboekje. Daar zit een toegevoegde waarde die je eigen bank nu nog niet kan bieden.
Maar ook je eigen bank kan die info bij andere banken gaan opvragen en in een overzicht aan jou aanbieden. Daar groeit dus concurrentie tussen banken en nieuwe toetreders, maar ook tussen banken zelf.”
Consument in control
Dus mijn bank mag voor dat huishoudboekje informatie ophalen over mijn andere bankrekeningen bij andere banken. Mogen ze daar méér mee – bijvoorbeeld adviseren?
“In principe mag een bank met die gegevens alleen doen waar jij hem toestemming voor geeft om te doen. Die bank zal rekeninginformatie opvragen met jouw expliciete toestemming. Wij vinden het heel belangrijk dat de consument in control blijft over welke toestemmingen hij aan iedereen heeft gegeven. Zeker met het verstrekken van informatie. Daar zal je een soort dashboard voor moeten krijgen: welke vinkjes heb ik eigenlijk allemaal gezet? Net als met incassomachtigingen. Zodat je ook weer kunt intrekken: die wel, die niet, dat je met een whitelist en blacklist kunt werken. Je zult gaan zien dat de consument anders uit het oog verliest welke toestemming hij aan wie heeft gegeven. En dan verwacht je van je bank dat die je dat overzicht en die veiligheid biedt, zodat jij in control kan blijven. De wet schrijft dat niet voor, maar dat is denk ik wel nodig.”
Het vertrouwen van klanten
Verwachten jullie dat hierover veel onrust zal ontstaan? Als banken gaan proberen elkaars klanten over te nemen?
“Het vertrouwen van de klant is nog altijd de allerbelangrijkste asset die de banken in handen hebben. Dus die zullen ver van de grens blijven waar dat vertrouwen geschaad kan worden. Banken zullen vermoedelijk voorzichtiger met de privacy van hun klanten zijn dan de wet voorschrijft.”
Overzicht behouden in het landschap van betaaldienstverleners
Het landschap van de betaaldienstverleners zal onoverzichtelijker worden. Sommige mensen hebben nu al moeite om creditcard en pinpas uit elkaar te houden. Hoe houd je het overzicht?
“Ja, er zullen veel nieuwe initiatieven zijn. Maar of die beklijven, valt nog maar te bezien. Niet alles wat technisch mogelijk is gaat ook gebeuren. Er moet een businesscase zijn, je moet een vergunning hebben, en de consument moet er zin in hebben. Consumenten hebben geen behoefte aan tien verschillende banken. Ze willen er vooral één.
Tegelijkertijd zijn ook de bestaande banken enorm aan het innoveren, vooruitlopend op de wet. Dat doen ze omdat ze weten dat ze een concurrentieslag met nieuwe partijen aan moeten. Tegelijkertijd zal niet ieder IT-bedrijfje op de hoek zich hiermee kunnen gaan bezig houden. Elke nieuwe partij in dit spel zal een vergunning van de Nederlandse Bank moeten hebben. Het zijn allemaal gereguleerde financiële instellingen. Degene met de beste service, de beste prijs-kwaliteit verhouding gaat het winnen. Wij zien vooral veel in samenwerking tussen bestaande aanbieders –banken- en Fintech om nog betere diensten te ontwikkelen.”
Wat wil de consument?
“De consument wil veiligheid en gemak. Hij kan niet beoordelen hoe veilig de bank alles heeft geregeld. Het gemak wel. Dus dat gaat uiteindelijk de doorslag geven.”
Meer informatie over het Congres Toekomst van het Betalingsverkeer?
Bekijk de website